Tussentijdse toets (TTT)

Een tussentijdse toets?

Een tussentijdse toets is een proefexamen. De toets duurt even lang als een rijexamen waarin je  dezelfde oefeningen en rijvaardigheden moet laten zien. Zo kun je alvast wennen aan de situatie tijdens het echte examen. Na de TTT krijgt je tips van een CBR-examinator. Als je de bijzondere verrichtingen goed uitvoert, kun je daarvoor zelfs vrijstelling krijgen voor je rijexamen. Dit betekent dat je op het praktijk examen hier niet meer op getoetst wordt.

Voor wie is een tussentijdse toets?

Een tussentijdse toets is voor mensen van 16,5 jaar oud en ouder, die graag eens van een ander willen horen waar zij nog aan kunnen bijschaven. Ook handig om even te proeven aan de examensituatie. De TTT duurt zo ongeveer 55 minuten in totaal. De toets-rit zelf duurt zo’n 40 minuten, net zo lang als het echte praktijkexamen. Tijdens deze toets rijd je voor een deel zelfstandig (of via de navigatie) naar een bepaald punt. Het andere deel van de toets rijd je op aanwijzingen van de examinator. Ook ontvang je allemaal handige tips van een CBR-examinator om het examen te behalen.

De toets bestaat uit de volgende stappen.

  • Kennismaking met de examinator
  • Uitleg van de toets
  • Controle van:
    • De uitnodiging voor het examen
    • Identiteit en identeitsbewijs vs uitnodiging (geen examen zonder deze documenten)
    • Theoriecertificaat
    • Zelfreflectieformulier (ingevuld voor je naar het examen gaat)
  • Check (voor de toets) van de ogen door een kenteken te lezen (+/-25 meter)
    • Misschien wat technische vragen over de auto (koelvloeistof, de banden, olie of over lampjes op het dashboard enz.)

De toetsing

  • Tijdens de rit wordt er gelet op:
    • Kijkgedrag
    • Beheersing van de auto
    • Voorrang verlenen
    • Invoegen
    • Uitvoegen
    • Inhalen
    • Gedrag voor en op kruispunten en rotondes
    • Bijzondere verrichtingen:
      • Stopopdracht

De stopopdracht is bedoeld om kort een stop te maken, zodat een passagier kan in of uitstappen. De uitvoering is als volgt. Rijdend op de openbare weg wordt gevraagd om links of rechts te stoppen. De auto moet zo kort mogelijk achter een andere, geparkeerde auto stoppen, waarna je weer de weg op moet sturen om je in het verkeer te voegen.

      • Recht achteruitrijden

De naam zegt het natuurlijk al. Hierbij rijd je recht achteruit. Je kunt dit op twee manieren doen: door zelf achterom te kijken of door de spiegels te gebruiken. Het voordeel van de spiegels gebruiken, is dat je makkelijker het verkeer om je heen in de gaten kunt houden. Wanneer je over de schouder achterom kijkt, wordt om je heen kijken een stuk lastiger.

      • In bocht achteruitrijden

In de bocht achteruitrijden is in principe hetzelfde als achteruitrijden met gebruik van de spiegels. Het kan gebeuren dat je een straat in rijdt maar dat je niet verder kunt en daardoor achteruit moet rijden.

      • Halve draai

De halve draai wordt vaak gebruikt als je verkeerd rijdt en om moet keren of als de weg wordt geblokkeerd. De halve draai is alleen uit te voeren als er voldoende ruimte is, anders moet je keren door steken. Voordeel van de halve draai: het is een redelijk snelle manoeuvre waarbij je alleen maar vooruit hoeft te rijden. Hierdoor is de hinder aan anderen minimaal en is het zicht op het overige verkeer goed.

      • Keren door steken

Het kan voorkomen dat je verkeerd bent gereden of dat de weg wordt geblokkeerd. Het is dan mogelijk om achteruit te rijden, een halve draai te maken maar ook door te keren door steken. Wanneer er onvoldoende ruimte is voor een halve draai en je wilt niet achteruit rijden, dan is keren door steken de beste optie.

      • Fileparkeren – vooruit en achteruit

Fileparkeren is een manier om aan de zijkant van de weg in een parkeervak te parkeren. Deze manoeuvre kan zowel vooruit als achteruit worden gedaan. Zorg dat bij vooruit parkeren dat er voldoende ruimte is aan de voor- en achterkant van de auto. Het kost vrij veel ruimte om de manoeuvres uit te voeren. Achteruit parkeren kost veel minder ruimte.

Technisch gezien is de manoeuvre een draai, achteruit rijden en vooruit

wegrijden. Voordat je aan de manoeuvre begint, let je op lantaarnpalen, bomen en alles dat tijdens het steken in de weg kan zitten.

      • Vooruit en achteruit parkeren in parkeervak

Vooruit parkeren in een parkeervak is een handige en snelle manier om te parkeren, maar zorgt ervoor dat bij het wegrijden het zicht verminderd is. Bij achteruit parkeren heb je minder ruimte nodig en is het zicht beter wanneer je weer weg rijdt.

      • Rijstrook wisselen / zijdelings verplaatsen

Bij meerdere rijstroken kan er gewisseld worden van rijbaan, maar bij een

eenbaansweg is er dan sprake van een zijdelingse verplaatsing. Het principe is hetzelfde.

Let op !!!!! Al het overige verkeer heeft bij deze oefeningen altijd voorrang. Om hen te waarschuwen mag je de richtingaanwijzer en in sommige gevallen de waarschuwingslichten gebruiken. Veiligheid staat bij deze oefeningen voorop. Zorg dus voor een vlotte, maar vooral veilige manier om de oefening uit te voeren, zonder hinder voor het overige verkeer.

Na het afnemen van de TTT krijg je advies van de examinator waar nog aan gewerkt moet worden voor het praktijkexamen. Ook geeft hij een beoordeling van de bijzondere verrichtingen. Bij een goede uitvoering geeft de examinator een vrijstelling voor deze oefeningen tijdens het praktijkexamen.

Alle examens en de tussentijdse toets vraagt de rijschool aan na positief advies van de instructeur.

Bronvermelding: https://www.cbr.nl/nl/rijbewijs-halen/auto/praktijkexamen-auto/tussentijdse-toets-doen.htm